Geplaatst op 5 februari 2020 15:21 door Niels Vuik
WW-premiedifferentiatie
Een onderbelicht onderdeel van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) is de WW-premiedifferentiatie. Wanneer moet de hoge en wanneer moet de lage WW-premie worden afgedragen?
Met het per 1 januari 2020 in werking treden van de WAB is de sectorindeling niet meer relevant voor de WW-premiestelling. Nu is de WW-premie in beginsel afhankelijk van het soort arbeidsovereenkomst. Per aangiftetijdvak dient te worden beoordeeld of de hoge of de lage WW-premie moet worden afgedragen. De situatie op de eerste dag van het aangiftetijdvak is hiervoor in beginsel doorslaggevend. De lage WW-premie bedraagt 2,94%. Dit is vijf procent lager dan de hoge WW-premie. Het waar mogelijk afdragen van de lage WW-premie, kan zorgen voor een kostenbesparing van duizenden euro’s.
Vereisten voor de lage WW-premie
Om voor de lage WW-premie in aanmerking te komen, gelden de volgende wettelijke vereisten.
A) Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Het moet gaan om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze overeenkomst mag
niet te kwalificeren zijn als een oproepovereenkomst en mag geen uitzendbeding bevatten.
De arbeidsovereenkomst moet, om geen oproepovereenkomst te zijn, aan de volgende
vereisten voldoen:
1) de omvang van de arbeid is vastgelegd als een aantal uren per tijdseenheid van:
· ten hoogste een maand; of
· ten hoogste een jaar waarbij het recht op loon van de werknemer gelijkmatig is gespreid
over die tijdseenheid; en
2) de loondoorbetalingsverplichting is niet uitgesloten, indien de werknemer de
overeengekomen arbeid niet heeft verricht.
B) Loonstrook
Er moet aanvullend het volgende in de loonstrook worden opgenomen:
1) of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die schriftelijk is
aangegaan; en
2) of er sprake is van een oproepovereenkomst.
C) Loonadministratie
Wordt het lage WW-tarief toegepast, dan moet in de loonadministratie het volgende zijn
opgenomen:
· een afschrift van de schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; en
· een schriftelijke of elektronische opgave van de loonstrook waarin onder meer de
gegevens als genoemd onder B zijn opgenomen.
Aanvullende informatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Op 9 december 2019 heeft de minister van SZW per brief meer informatie over bovenstaande vereisten gegeven. Ook is er een kennisdocument van het ministerie van SZW met meer informatie. Het volgende volgt uit deze documenten:
· aan het schriftelijkheidsvereiste kan ook digitaal worden voldaan;
· er hoeft niet per se een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te worden
opgemaakt. Een addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst volstaat ook;
· deze arbeidsovereenkomst of dit addendum moet door de werkgever en de werknemer
worden ondertekend. Aan dit ondertekeningsvereiste kan op de volgende wijze worden
voldaan: schriftelijk/digitaal, instemming via de e-mail of in een HR-systeem;
· voor medewerkers die vóór 1 januari 2020 voor onbepaalde tijd bij de werkgever in dienst
waren, krijgt de werkgever tot 31 maart 2020 de tijd om te voldoen aan bovenstaande
vereisten.
Het wettelijke kader versus de aanvullende informatie van het ministerie SZW
Als werkgever mag je afgaan op informatie van het ministerie van SZW. In deze informatie wordt echter ook een ondertekeningsvereiste gesteld voor de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hiervoor is geen juridische basis. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hoeft in beginsel op grond van de regelgeving niet te zijn ondertekend door werkgever en werknemer om in aanmerking te komen voor de lage WW-premie. Voor de toezegging dat een addendum ook afdoende is, geldt wel het vereiste dat deze ondertekend moet zijn door werkgever en werknemer. Dit is nu eenmaal een voorwaarde behorend bij deze toezegging van het ministerie.
Om met zekerheid de lage WW-premie af te kunnen dragen, is het advies om ook met betrekking tot de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd conform het kennisdocument aan het ondertekeningsvereiste te voldoen. Ook al is hier geen juridische basis voor. Weigert de werknemer echter te ondertekenen dan staat de werkgever in het algemeen juridisch gezien niet machteloos om toch rechtsgeldig de lage WW-premie af te kunnen dragen.