Vast huurcontract weer de norm

Na acht jaar komt er een einde aan de mogelijkheid om woningen tijdelijk te verhuren. Afgelopen dinsdag (16 mei) heeft de Tweede Kamer ingestemd met een initiatiefvoorstel van de PvdA en ChristenUnie. Vanaf 2024 wordt een vast huurcontract weer de norm. Daarmee behoort het grootschalige gebruik van huurovereenkomsten voor de duur van één of twee jaar tot het verleden.

Tijdelijke verhuur mag alleen in een beperkt aantal gevallen. VVD en CDA wilden vergaande uitzonderingen op het verbod op tijdelijke huurcontracten, maar de initiatiefnemers waarschuwden dat er niets van het verbod zou overblijven.

De initiatiefwet gaat over zelfstandige woonruimte. Een Kamermeerderheid steunt ook het voorstel van D66 en SP om de wet uit te breiden naar studentenkamers. Tijdelijke contacten voor uitwisselingsstudenten en campuscontracten blijven mogelijk.

Als ook de Eerste Kamer akkoord gaat met het wetsvoorstel en de aanpassingen daarop, blijft tijdelijke verhuur in bepaalde situaties mogelijk. Het gaat daarbij om de volgende gevallen:

  1. Proefsamenwonen: Wie gaat samenwonen, maar de eigen woning nog niet durft te verkopen, mag het pand tijdelijk verhuren. De huur mag worden opgezegd als i) de relatie wordt verbroken en de eigenaar terug wil keren in zijn woning en ii) als de relatie ‘slaagt’ en de eigenaar zijn huis wil verkopen. Voorwaarde is dat verhuurder minimaal twee jaar eigenaar is van de woning.
  2. Nodig voor familielid: In een huurovereenkomst mag worden opgenomen dat de huur wordt opgezegd als de woning na een bepaalde periode nodig is voor een kind of ouder (eerstegraads bloedverwant). Voor ontbinding van het contract is een rechtelijke toets nodig. De rechter bepaalt of het belang van de bloedverwant zwaarder weegt dan het belang van de huurder.
  3. Doelgroepcontract: De huidige wetgeving om tijdelijke contracten voor specifieke woningtypen en doelgroepen (o.a. studenten, jongeren) toe te staan blijft bestaan.
  4. Diplomatenclausule: Wie tijdelijk in het buitenland gaat studeren of werken mag zijn woning tijdelijk verhuren.
  5. Woningen met tijdelijke verhuurbestemming: Sommige woningen of situaties zijn voor tijdelijke verhuur bestemd. Denk daarbij aan vakantiewoningen of corporatiewoningen die worden gesloopt/gerenoveerd. Om te voorkomen dat die een periode leeg staan mogen die straks ook nog tijdelijk verhuurd. Ook woningeigenaren met tijdelijk dubbele woonlasten omdat ze een nieuwe woning hebben gekocht maar de oude nog niet hebben kunnen verkopen, mogen een van de woningen verhuren. Deze regeling is onderdeel van de leegstandswet.