Geplaatst op 21 juli 2017 15:44 door Eveline van Andel
Per 1 juli 2017 wijzigt de Arbeidsomstandighedenwet
Per 1 juli 2017 worden er enkele wijzigingen doorgevoerd in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Het betreft in grote lijnen wijzigingen op het vlak van (1) ziekteverzuim preventie van en (2) de randvoorwaarden voor het handelen van een bedrijfsarts. Hieronder zullen enkele aspecten belicht worden, zoals ook opgenomen in de Samenvatting wetswijzigingen Arbeidsomstandighedenwet.
Per 1 juli 2017 worden er enkele wijzigingen doorgevoerd in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Het betreft in grote lijnen wijzigingen op het vlak van (1) ziekteverzuim preventie van en (2) de randvoorwaarden voor het handelen van een bedrijfsarts. Hieronder zullen enkele aspecten belicht worden, zoals ook opgenomen in de Samenvatting wetswijzigingen Arbeidsomstandighedenwet.
1. Preventie
Met de onderstaande wijzigingen wordt beoogd meer aandacht voor preventie binnen bedrijven te creëren:
- Er wordt een spreekuur voor werknemers ingevoerd bij de bedrijfsarts, waarbij werknemers het recht krijgen een bedrijfsarts te kunnen raadplegen nog voordat ze ziek worden.
- Er wordt een verplichting opgenomen voor de werkgever om de bedrijfsarts de gelegenheid te bieden om de werkvloer te bezoeken.
- Naast de bedrijfsarts krijgt de preventiemedewerker een belangrijke(re) rol.
NB. De benoeming van de preventiemedewerker zal met inwerkingtreding van de hier bedoelde wijzigingen alleen met instemming van de medezeggenschapsraad plaatsvinden. Hiermee ontstaat een draagvlak van werknemers voor de preventiemedewerker en worden zij medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van de preventiemedewerker. Hiermee wordt beoogd de betrokkenheid van de werknemer in de arbodienstverlening te versterken.
2. Randvoorwaarden handelen bedrijfsarts
Uit onderzoek van AStri (“de positie van de bedrijfsarts” 2011) is gebleken dat er rondom de positie van de bedrijfsarts onder meer zorgen over de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts ten opzichte van de werkgever zijn. Ruim 67% van de bedrijfsartsen geeft aan het idee te hebben dat de werknemer - die zij begeleiden in het kader van de verzuimbegeleiding - hun onafhankelijke positie niet geheel vertrouwt. In dat verband worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- Een overeenkomst (basiscontract) tussen werkgever en arbodienstverleners met daarin de wijze van ondersteuning vastgelegd, wordt verplicht gesteld.
- In deze overeenkomst moet staan hoe de arbodienstverleners de voor de werkgever verplichte taken uitvoeren.
- Bij de bedrijfsarts moet het contract specifiek ingaan op de uitvoering van de volgende punten:
- De bedrijfsarts wordt door de werkgever in de gelegenheid gesteld iedere werkplek bezoeken.
- De bedrijfsarts heeft een klachtenprocedure.
- De bedrijfsarts moet nauw samenwerken met de preventiemedewerker en de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging en/of belanghebbende werknemers.
- De bedrijfsarts honoreert in beginsel het verzoek om een second opinion.
- De bedrijfsarts adviseert over preventieve maatregelen.
- De bedrijfsarts meldt beroepsziekten aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Deze wijziging is ingevoerd naar aanleiding van een onderzoek van de SER (“Betere zorg voor werkenden” 2014), waarin zij signaleerde dat veel bedrijfsartsen nooit een beroepsziekte melden. Volgens de SER wordt daardoor adequaat preventief beleid binnen het bedrijf belemmerd en wordt door het achterwege laten van meldingen ook de epidemiologie geschaad.
- In plaats van ‘bijstand verlenen’ is nu opgenomen dat de bedrijfsarts ‘adviseert’ bij ziekteverzuimbegeleiding.
Zoals eerder vermeld zullen de hier besproken wijzigingen per 1 juli 2017 in werking treden. Voor een nadere toelichting kunt u contact opnemen met Yvonne Nijhuis en Eveline van Andel