Geplaatst op 14 juli 2016 09:00 door Chantal van Mil
Ontwerp wijzigingsvoorstel ladder voor duurzame verstedelijking
De ladder voor duurzame verstedelijking zoals neergelegd in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening zal worden gewijzigd. De praktijk ervaart bij toepassing van de ladder knelpunten. De Minister heeft op 23 juni 2016 de voorgenomen wijzigingen aan de Tweede Kamer verzonden. Verder is op 24 juni 2016 een openbare internetconsultatie gestart. Doel van de wijzigingen is om de ladder te vereenvoudigen.
Aanleiding
In de praktijk worden enkele knelpunten ervaren bij toepassing van de ladder. De knelpunten zien op onduidelijkheid over de in de ladder gehanteerde begrippen, de toepassing van de ladder bij globale en flexibele bestemmingsplannen, de onderzoekslasten en de regionale afstemming. Deze knelpunten hebben bovendien veel jurisprudentie over de toepassing van de ladder opgeleverd. Met het wijzigen van de ladder wil de Minister deze knelpunten aanpakken en tegelijkertijd de doeltreffendheid van het instrument behouden.
Zie ook ons nieuwsbericht over de brief van 23 november 2015 van de Minister over de aanpassing van de ladder.
Wijziging ladder
Het voorgestelde ontwerp is neergelegd in een concept wijzigingsvoorstel met toelichting. De ladder zal worden vereenvoudigd door de tekst terug te brengen naar de essentie, aldus de Minister. Artikel 3.1.6 Bro wordt als volgt gewijzigd:
“1. Het tweede lid komt als volgt te luiden: De toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.
2. Het derde lid komt als volgt te luiden: Indien in het bestemmingsplan toepassing is gegeven aan artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de wet kan bij het bestemmingsplan worden bepaald dat het tweede lid niet van toepassing is op de toelichting bij het bestemmingsplan maar eerst op de toelichting bij het wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in dat artikel.
3. In het vierde lid wordt ‘actuele regionale behoefte’ vervangen door: behoefte.”
Loslaten afzonderlijke treden ladder
Ten eerste vindt er een vereenvoudiging van de ladder plaats door het loslaten van de afzonderlijke treden van de ladder en het schrappen van zinsneden die bij nader inzien beter passen in een toelichting of de Handreiking.
Beperken laddermotivering tot een nieuwe stedelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied
De uitgebreide laddermotivering wordt met het wijzigingsvoorstel beperkt tot een nieuwe stedelijke ontwikkeling buiten het bestaand stedelijk gebied. Een nieuwe stedelijke ontwikkeling dient in beginsel in bestaand stedelijk gebied te worden gerealiseerd. Wanneer dat niet mogelijk is wordt gemotiveerd waarom die ontwikkeling niet in bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd. Alleen bij een ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied is dus volgens de Minister een uitgebreide motivering noodzakelijk.
Begrip ‘actuele regionale behoefte’ wordt vervangen door het begrip ‘behoefte’
In de praktijk blijkt het begrip ‘actuele regionale behoefte’ bij provincies en gemeenten voor verwarring te zorgen. Er is onvoldoende duidelijk waar de beschrijving van de ‘actuele regionale behoefte’ zich op zou moeten richten.
De Minister legt uit dat het onderdeel ‘regionale’ is geschrapt omdat de toelichting bij het bestemmingsplan reeds de uitkomsten van het overleg met betrokken gemeenten en provincie(s) bevat ingevolge artikel 3.1.6, eerste lid, onder c, Bro. De tweede reden voor het schrappen van ‘regionale’ is dat de aard en omvang van een nieuwe stedelijke ontwikkeling niet altijd om regionale (bovengemeentelijke) afstemming vraagt.
Het onderdeel ‘actuele’ is geschrapt omdat het geen toegevoegde waarde had. Het schrappen van ‘actuele’ is geen aanleiding voor de gedachte dat kan worden volstaan met een niet-actueel behoefte-onderzoek.
Dubbele laddertoets voorkomen
Uit artikel 1.1.1, derde lid, Bro volgt dat een wijzigings- of uitwerkingsplan ook aan de ladder getoetst moet worden. Hierdoor kan een dubbele toets aan de ladder plaatsvinden. Door aanpassing van artikel 3.1.6, derde lid, Bro kan de toets aan de ladder doorgeschoven worden naar het moment van vaststelling van het wijzigings- of uitwerkingsplan. De laddertoets hoeft dan niet bij het bestemmingsplan (waarin de wijzigings- of uitwerkingsplicht is opgenomen) plaats te vinden. Op deze manier kan een dubbele toets aan de ladder worden voorkomen
Stedelijke ontwikkeling
Het begrip stedelijke ontwikkeling blijft ongewijzigd. Dankzij de jurisprudentie van de Afdeling worden de contouren van het begrip inmiddels steeds duidelijker. In de Handreiking zal wel worden ingegaan op de jurisprudentie over wat wel en niet onder een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt verstaan.
De verwachting is dat met het wijzigen van de ladder, deze door de vereenvoudiging beter hanteerbaar zal zijn en tot minder onderzoekslasten zal leiden.
Op 24 juni 2016 is een openbare internetconsultatie gestart waarbij een ieder kan reageren op het wijzigingsvoorstel van de Ladder.
Zie: https://www.internetconsultatie.nl/wijziging_ladderduurzameverstedelijking
Voortgang wijzigingsvoorstel
De Minister heeft als voornemen om in het najaar het wijzigingsvoorstel aan de Raad van State om advies toe te zenden en streeft naar een inwerkingtreding in 2017.
Ondertussen wordt gewerkt aan het herzien van de digitale handreiking van de ladder en het opzetten van een helpdesk. De vereenvoudiging van de ladder loopt vooruit op de integratie van dit instrument in de uitvoeringsregels van de Omgevingswet. De ladder zal via het invoeringsbesluit van de Omgevingswet worden ingevoegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Van verdere ontwikkelingen houden wij u op de hoogte.