Geplaatst op 22 maart 2018 09:30 door Anniek van Diggele
De matiging van een contractuele boete
In veel overeenkomsten is een boetebeding opgenomen. Daarin spreken partijen af welke boete zij moeten voldoen wanneer één van hen de afspraken in de overeenkomst overtreedt. Die boete is meestal een geldsom. Afhankelijk van de afspraken, kan een partij zo’n boete per overtreding of zelfs per dag verschuldigd raken. Daardoor kan het boetebedrag flink oplopen. Onlangs heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag onder welke omstandigheden een boete kan worden gematigd.
Wat zijn de regels?
Ons burgerlijk wetboek kent een complete paragraaf over boetebedingen. Zo mag een schuldeiser (op grond van artikel 6:92 lid 1 BW) bijvoorbeeld niet zowel betaling van de boete, als nakoming van de verbintenis waarop die boete is gesteld, vorderen. De betaalde boete komt in de plaats van schadevergoeding voor de wanprestatie, aldus artikel 6:92 lid 2 BW.
Echter, dit zijn bepalingen van regelend recht. Dat betekent dat partijen van die wettelijke regels mogen afwijken in hun overeenkomst. Een boetebeding is niet aan vormvoorschriften gebonden en kan bijvoorbeeld ook in algemene voorwaarden zijn opgenomen.
Boetebedingen kunnen twee functies hebben. Ten eerste kan een boete er op gericht zijn om vooraf de schade van een overtreding vast te stellen. Dit voorkomt latere discussie over de hoogte van de schadevergoeding. Ten tweede kan een boete er op gericht zijn om een prikkel te geven tot nakoming van de overeenkomst. In dat laatste geval is in het boetebeding opgenomen dat het vorderen van schade naast de verbeurde boete mogelijk is. Vaak worden beide functies gecombineerd.
Deze functies maken een boetebeding voor de praktijk prettig, omdat zij een gang naar de rechter kunnen voorkomen of verduidelijken. Immers, door de vooraf vastgestelde boete hoeven partijen in beginsel niet naar de rechter om nakoming van de overeenkomst te vorderen, of om de aansprakelijkheid en de hoogte van de schade vast te stellen.
Matiging is niet de regel, maar de uitzondering
Het uitgangspunt is dat een verbeurde boete volledig betaald moet worden. Echter, op grond van artikel 6:94 BW kan een rechter onder omstandigheden de bedongen boete matigen of aanvullen, wanneer een partij dat vordert.
Recent heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de maatstaf tot toepassing van de matigingsbevoegdheid op grond van artikel 6:94 BW. De kwestie betrof de overtreding van een samenwerkingsovereenkomst tussen twee professionele partijen. Door de overtreding was de ene partij aan de andere partij een totale boete van € 1.230.000,- verbeurd geraakt. In rechte vorderde zij matiging van deze boete.
Het gerechtshof matigde de boete tot € 21.125,- vanwege de omstandigheid dat:
- het boetebeding eenzijdig door de schuldeiser was opgesteld en daarover niet was onderhandeld;
- onduidelijk is waarop de contractuele hoogte van de boetes is gebaseerd;
- de verbeurde boetes buitensporig hoog zijn in verhouding tot de werkelijk geleden schade;
- de overtredingen slechts enkele ‘aanloop’ incidenten betreffen; en
- het gevaar waartegen het boetebeding beoogt te beschermen, zich niet heeft verwezenlijkt.
De Hoge Raad herhaalt dat de matigingsbevoegdheid terughoudend moet worden toegepast. De rechter mag van die bevoegdheid pas gebruik maken, “als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt.” Daarbij zal de rechter “niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen.” Vervolgens concludeert de Hoge Raad dat het gerechtshof bij de toepassing van deze maatstaf geen blijk heeft gegeven van miskenning daarvan.
Dit arrest biedt inzicht in de concrete omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot matiging van een contractuele boete.
Formulering van een boetebeding
De formulering van een boetebeding komt nauw, omdat de wettelijke regels van regelend recht zijn. Om die reden is de uitleg van een boetebeding beslissend voor de werking. Wilt u bijvoorbeeld naast de boete ook nog nakoming van de overeenkomst kunnen vorderen? Of wilt u aanspraak kunnen maken op vergoeding van de schade die uitstijgt boven het boetebedrag? En wilt u de boete direct kunnen vorderen, in plaats van eerst een aanmaning te moeten sturen? Als uw antwoord op één of meerdere van deze vragen ‘ja’ is, dan zult u een ondubbelzinnig van de wet afwijkend boetebeding moeten opnemen in uw overeenkomst.
Meer weten?
Ziet u zich geconfronteerd met een boetebeding? Of wilt u een boetebeding opnemen in uw overeenkomst? Wij helpen u graag verder. Neemt u gerust vrijblijvend contact met ons op.