De herplaatsingstoets als struikelblok

Heeft u een redelijke grond om de arbeidsovereenkomst op te zeggen? Dan moet u ook aantonen dat herplaatsing van uw werknemer niet mogelijk is. Slaagt u hier niet in dan wordt uw verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen.

Herplaatsingsplicht

De herplaatsingsplicht is voor veel werkgevers een struikelblok. De werkgever dient op grond van deze plicht te onderzoeken of een werknemer, al dan niet na scholing, is te herplaatsen in een andere passende functie. Een Raad van Toezicht ziet een bestuurder waar het vertrouwen in is opgezegd uiteraard niet graag terug in een andere functie binnen de onderneming, zoals manager. De jurisprudentie bepaalt om die reden dat voor hooggeplaatste functies herplaatsing veelal niet in rede ligt. Hetzelfde geldt voor verstoorde arbeidsverhoudingen, bijvoorbeeld bij een conflict tussen een werknemer en diens direct leidinggevende. De herplaatsingsplicht is echter een zelfstandig en niet te onderschatten onderdeel van de beoordeling van een ontslag door de rechter of het UWV.

Wat te denken van een werkneemster met een marketingfunctie bij een van de grootste kredietverzekeraars ter wereld die ongeschikt is tot het verrichten van haar werk? Atradius zag zich gesteld voor dit probleem. Atradius opereert wereldwijd in meer dan 50 landen en heeft circa 3700 werknemers in dienst, waaronder meer dan 500 in Nederland.

Casus

Het volgende was het geval. Bij Atradius is een werkneemster in dienst die niet in staat is om haar functie goed uit te voeren omdat zij weinig verantwoordelijkheid en zelfstandigheid toont, alsook een gebrek kent aan acceptatie voor de mening van haar leidinggevenden. Atradius heeft om die reden in november 2016 een verbeterplan (Performance Improvement Plan) opgesteld met de eis dat werkneemster verbetering toont. Zij blijft echter disfunctioneren. Nadat zij vervolgens voor een sollicitatie voor een andere (interne) functie niet is benoemd, ziet Atradius zich genoodzaakt om te sturen op het einde van de arbeidsovereenkomst. De rechter is het met Atradius eens dat deze situatie een redelijke grond voor ontbinding oplevert. De vraag is echter of werkneemster niet in een grote concern als Atradius, met 160 kantoren verspreid over de wereld, in een passende functie herplaatst kan worden?

Herplaatsing binnen een concern

De rechter overweegt allereerst dat de herplaatsingsplicht een inspanningsverplichting is waarvan de werkgever onderbouwd moet bewijzen dat hij hier aan heeft voldaan. In dit kader is van belang dat de verplichting tot herplaatsing binnen een concern ook buiten de landgrenzen strekt. De werkgever moet kijken naar passende functies in het buitenland, zelfs indien herplaatsing naar bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk veelal niet acceptabel zal zijn voor de werknemer. Verder kan niet worden volstaan met het louter bekendmaken van beschikbare vacatures binnen het bedrijf tijdens de maand(en) na de dag waarop wordt beslist op het ontbindingsverzoek. De werkgever moet de werknemer actief begeleiden in het vinden van arbeidsplaatsen, wat onder meer inhoudt dat belemmeringen voor een nieuwe functie worden weggenomen en dat niet alleen gekeken wordt naar vacatures binnen de huidige bedrijfstak van werknemer. Bij de vraag of herplaatsing in de rede ligt zijn de aard van het concern, de positie van de werknemer, de arbeids(on)geschiktheid en de reden van het ontslag van belang. De herplaatsingsplicht gaat echter niet zover dat deze voorschrijft om een nieuwe functie te creëren door taken van andere functies af te splitsen, wat van belang is in het kader van unieke functies.

Passende functie

De verplichting van de werknemer is dat deze geen weigerachtige opstelling inneemt. Een caissière die echt alleen caissière wil zijn kan worden verweten dat zij door haar opstelling niet is te herplaatsen omdat er voor deze functie geen vacatures zijn. In het geval van Atradius was de werkneemster echter open voor een nieuwe functie op basis van het vacatureoverzicht dat Atradius aanleverde. Deze werkneemster had echter gesolliciteerd op een functie op een niveau hoger dan haar huidige niveau en op een functie op hetzelfde niveau. De rechter oordeelde dat het te ver voert om van Atradius te verlangen dat het een onvoldoende functionerende werknemer op hetzelfde niveau of zelfs een niveau hoger plaatst. De functie moet wel ‘passend’ zijn, wat inhoudt dat deze aansluit bij de opleiding, ervaring, capaciteiten van de werknemer en niet teveel afwijkt van het huidige salaris – of een functie waarvoor een werknemer binnen redelijke termijn met behulp van scholing geschikt zal kunnen zijn. Nu een dergelijke functie niet voorhanden was en werkneemster heeft nagelaten concreet aan te geven welke andere wel passende functies er beschikbaar waren, kon de arbeidsovereenkomst met succes worden ontbonden.

Conclusie

De herplaatsingstoets is naast de redelijke grond een belangrijk onderdeel van de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Indien de werkgever niet kan aantonen dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn onmogelijk is of niet in de rede ligt, dan kan het verzoek tot ontbinding worden afgewezen. Voor veel werkgevers is het niet wenselijk dat een disfunctionerende of hooggeplaatste werknemer herplaatst wordt. Een herstel van de arbeidsovereenkomst kan in voorkomende gevallen de bedrijfsvoering schaden.

Wilt u voorkomen dat uw ontslagaanvraag wordt afgewezen? Neemt u dan contact op met christian.mutlu@kienhuishoving.nl (053-4804216).