Geplaatst op 26 augustus 2016 16:21 door Jennifer Rozeboom
De assurantietussenpersoon: doorgeefluik of eigen zorgplicht?
Algemeen wordt aangenomen dat de assurantietussenpersoon slechts de functie heeft van ‘doorgeefluik’ tussen verzekeringnemer en verzekeraar. Het tegenovergestelde is echter waar. De assurantietussenpersoon dient niet alleen te bemiddelen tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar, ook dient hij te adviseren en te begeleiden vóór, bij en na het tot stand komen van een verzekering. Dit heeft het hof Den Haag in een recent arrest van 19 juli 2016 opnieuw bevestigd.
Hof Den Haag – de feiten
Een ondernemer (verzekeringnemer) heeft een bedrijfsschadeverzekering afgesloten via een assurantietussenpersoon. In 2007 heeft de verzekeraar aan de verzekeringnemer en de assurantietussenpersoon een polisblad verstrekt waarin een uitkeringsduur van 52 weken was opgenomen. In 2008 – en in de voorafgaande jaren – werd een polisblad verstrekt waarin een uitkeringsduur van 26 weken was opgenomen. De verzekeringnemer heeft de assurantietussenpersoon met regelmaat gevraagd of haar bedrijf goed was verzekerd. Daarmee heeft de verzekeringnemer kenbaar gemaakt dat een goede verzekering voor haar zeer belangrijk was.
In 2009 heeft het bedrijf van de verzekeringnemer een aanzienlijke groei doorgemaakt, met een stijgende omzet als gevolg. Op 1 juli 2010 zijn deze gunstige vooruitzichten in rook opgegaan. Bij het bedrijf heeft een grote brand gewoed. Bij de afwikkeling van de schade kwamen partijen vervolgens tot de conclusie dat er sprake was van onderverzekering. Daarnaast bleek dat de uitkeringsduur in de toepasselijke polisvoorwaarden van 2009 niet de – door verzekeringnemer – verwachte termijn van 52 weken betrof, maar slechts 26 weken.
Beoordeling Hof Den Haag - zorgplicht assurantietussenpersoon
De vraag die het hof moest beantwoorden, was of de assurantietussenpersoon haar zorgplicht heeft geschonden door (i) niet te wijzen op de kortere uitkeringsduur en (ii) niet te onderzoeken of de verzekeringssom voldoende dekking biedt.
Uitgangspunt bij deze beoordeling is dat een assurantietussenpersoon moet handelen zoals van een redelijk bekwaam, redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht. Dat houdt in dat de assurantietussenpersoon moet waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. De assurantietussenpersoon heeft daarbij een actieve houding aan te nemen.
Het hof is van mening dat de verzekeringnemer – gelet op het verstrekte polisblad in 2007 – in de veronderstelling mocht verkeren dat de uitkeringsduur daadwerkelijk 52 weken betrof. Bij het verstrekken van een ander polisblad in 2008 had de assurantietussenpersoon met verzekeringnemer moeten overleggen over de wenselijke uitkeringsduur gelet op de bedrijfsomvang. Nu de assurantietussenpersoon deze handelingen heeft nagelaten, kan zij aansprakelijk worden gehouden voor de schade die de verzekeringnemer heeft geleden doordat de uitkeringsduur van de bedrijfsschadeverzekering niet 52 weken, maar 26 weken betrof. Gelet op de groei in de bedrijfsomvang had de assurantietussenpersoon (i) moeten inzien dat 26 weken niet voldoende was voor de verzekeringnemer en (ii) had zij door middel van taxaties ervoor moeten waken dat de verzekerde sommen voldoende dekkend waren, gelet op de bedrijfsomvang.
Het hof heeft in dit arrest bevestigd dat een assurantietussenpersoon erop bedacht moet zijn dat (de directie van) een onderneming voor wat betreft verzekeringszaken volledig vertrouwt op de deskundigheid van de assurantietussenpersoon. Assurantietussenpersonen behoren hun wijze van informeren hierop af te stemmen en hiermee rekening te houden.
Conclusie
In dit arrest is herhaald dat de assurantietussenpersoon niet alleen een zorgplicht heeft voorafgaand aan het afsluiten van een verzekering, maar ook tijdens en na het afsluiten van een verzekering. De assurantietussenpersoon heeft daarbij een zekere informatie- en onderzoeksplicht. Hoever deze zorgplichten reiken, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, neemt u dan contact op met KienhuisHoving advocaten en notarissen, sectie Banking & Finance.
Met dank aan Nelleke Jans.