Coronamaatregelen op gespannen voet met grondrechten

De Tweede Kamer heeft onlangs aan de Raad van State advies gevraagd over hoe de coronamaatregelen van de regering zich verhouden tot onze grondrechten. In een zogeheten voorlichting heeft de Afdeling advisering van de Raad van State zijn visie gegeven. Deze is op 25 mei 2020 door de Tweede Kamer openbaar gemaakt. De coronamaatregelen staan op gespannen voet met sommige grondrechten en zijn er misschien zelfs mee in strijd. Hierna ga ik op deze voorlichting dieper in.

Voorlichting

De meeste coronamaatregelen zijn vastgelegd in de (model)noodverordeningen van de 25 Nederlandse veiligheidsregio’s. In een zogenaamde voorlichting heeft de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) zich uitgelaten over de vraag hoe deze maatregelen zich verhouden tot onze grondrechten. Opmerkelijk is dat de Afdeling de voorlichting begint met waardering voor het kabinet. Volgens de Afdeling is de uitbraak van het coronavirus in Nederland ‘een enorme opgave van ongekende complexiteit.’

Volgens de Afdeling is in de afgelopen decennia niet eerder sprake geweest van een nationale crisis van deze omvang en tijdsduur. Om die reden lag er ook geen kant-en-klaar en volledig draaiboek klaar en moesten er in korte tijd lastige keuzes worden gemaakt op basis van steeds veranderende informatie. Daarbij is sprake van grote en soms tegenstrijdige belangen. Enerzijds was er de noodzaak om maatregelen te nemen die niet door de overheid konden worden afgedwongen, maar waarbij vertrouwd moest worden op de bereidheid van de bevolking om mee te werken. Anderzijds was er de noodzaak tot ingrijpen in de vrijheid en grondrechten van de bevolking met als doel de uitbraak beheersbaar te houden. Dat dit laatste in ieder geval in de eerste fase succesvol lijkt te zijn is een bijzondere prestatie, waarvoor veel waardering op zijn plaats is.

Grondwet

De Afdeling schrijft dat de coronamaatregelen steeds terug te herleiden moeten zijn op een wet in formele zin. Die wet moet dan gebaseerd zijn op de Grondwet. Een andere belangrijke eis is dat beperkingen voldoende duidelijk zijn en noodzakelijk zijn voor het doel dat zij dienen. Dat vloeit uit verdragen voort. Daarnaast moeten de maatregelen niet alleen grondrechten inperken, maar ze ook beschermen. In de voorlichting constateert de Afdeling dat de huidige coronamaatregelen niet aansluiten bij de eisen die de Grondwet daaraan stelt. Opmerkelijk genoeg lijkt de Afdeling daar tot nu toe nog vrede mee te hebben. Hij schrijft namelijk ook dat het verdedigbaar is dat in de acute, concrete en levensbedreigende aanvangsfase van de pandemie is volstaan met een meer algemene wettelijke grondslag. De noodverordeningen kunnen volgens de Afdeling echter geen basis bieden voor een verbod op samenkomsten in de strikte privésfeer. Daar zijn de verordeningen simpelweg in strijd met de Grondwet.

De Afdeling geeft ook een duidelijke waarschuwing af: naar mate de situatie langer duurt en om coronamaatregelen vraagt, de noodverordeningen daarvoor niet meer geschikt zijn. De Afdeling dringt aan op een snelle aanname van een Spoedwet die wel ‘Grondwetproof’ zijn.

Spoedwet

De Spoedwet die de Afdeling voor ogen heeft is er een die wel rekening houdt met de grondrechten van de burgers. In die Spoedwet moeten criteria en uitgangspunten worden opgenomen die een gefaseerde afbouw van de coronamaatregelen waarborgen. Maatregelen die grondrechten inperken moeten zo snel als mogelijk worden afgebouwd. Daarbij moet natuurlijk wel het belang van de volksgezondheid voorop staan. De Spoedwet moet daarin een balans moet vinden. Nog belangrijker is dat de Afdeling vindt dat de Spoedwet het ook mogelijk moet maken om grondrechten (tijdelijk) weer in te perken als het coronavirus weer opnieuw oplaait.

Controle

Op dit moment hebben de voorzitters van de veiligheidsregio’s veel bevoegdheden. Dat is geregeld in de noodverordeningen en de daaraan ten grondslag liggende wetten. De voorzitter is meestal de burgemeester van de grootste gemeente in de veiligheidsregio. Bijzonder genoeg is er nauwelijks (democratische) controle op deze voorzitters. De voorzitters volgens aanwijzingen van de Minister van Volgezondheid, Welzijn en Sport op, maar daar is geen controle op, ook niet door het parlement. De Afdeling vindt dat dat anders moet en dringt aan op een Spoedwet die na de afloop van de coronacrisis goed geëvalueerd wordt.

Strafrecht

Gelijk aan de ontwikkeling die de Afdeling constateert, zien ook anderen dat de huidige coronamaatregelen in strijd kunnen zijn met onze grondrechten. Veruit de meeste overtredingen van de noodverordeningen zijn met een boete afgedaan. Dat gaat via het strafrecht. Omdat er mogelijk sprake is van ongeoorloofde inbreuk op grondrechten, kunnen opgelegde boetes onrechtmatig zijn. De verwachting is dat er binnen afzienbare tijd de eerste gerechtelijke uitspraken hierover worden gedaan.

Slot

De coronamaatregelen lijken hun langste tijd te hebben gehad. Veel staan op gespannen voet met onze grondrechten of zijn er zelfs mee in strijd. Het zal echter nog wel even duren voordat een Spoedwet in werking is getreden en alle maatregelen ‘Grondwetproof’ zijn.

Erik Averdijk
06 11 31 72 60
erik.averdijk@kienhuishoving.nl